Ministeries

Algemeen

Ministeries zijn verantwoordelijk voor het voorbereiden (en controleren) van beleid, wetten en regelingen. Aan het hoofd van een minsterie staat minstens één minister. Een staatssecretaris heeft ook vaak een eigen takenpakket, maar valt onder de minister. Soms is er een tweede minister met een speciale taak maar zonder eigen ministerie daarvoor (minister zonder portefeuille).

💡
Hoe weet je het verschil tussen een minister met of zonder portefeuille? Een minister met een eigen ministerie is een minister van X, een minister zonder portefeuille is een minister voor X.

Het aantal ministeries, minsters en staatsecretarissen kan toenemen of afnemen, dat verschilt per kabinet. Het kabinet bestaat uit alle ministers en staatssecretarissen. De regering bestaat uit alle ministers en de Koning. Op dit moment telt het demissionair kabinet Rutte IV 12 ministeries, 19 ministers (waarvan 7 zonder portefeuille) en 9 staatssecretarissen.

Lijst van ministeries incl. bijbehorende ministers, staatssecretarissen en organogrammen

Organisatie

Ministers en staatssecretarissen hebben de politieke leiding over een ministerie. Maar de Secretaris Generaal (SG) geeft leiding aan alle ambtenaren. Per onderwerp dat een ministerie behandelt staat een Directeur-Generaal (DG) aan het hoofd. Onder een DG kunnen een aantal diensten vallen, bijvoorbeeld: de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (JenV), de Rijksvoorlichtingsdienst (AZ) of het Rijksvastgoedbedrijf (BZK). Zie hierboven alle organogrammen per ministerie.

Begroting

De inkomsten en uitgaven voor het komende jaar per ministerie worden gepresenteerd op Prinsjesdag. Dat is altijd op de derde dinsdag in september. Op Prinsjesdag presenteert de Koning, namens de regering, de troonrede en biedt de Minister van Financiën de begroting die het kabinet heeft gemaakt aan de Tweede Kamer aan. Daarna beginnen de Algemene Politieke Beschouwingen (APB), waarin de Tweede Kamer debatteert over de begroting. In de maanden na Prinsjesdag verdedigen alle ministers en staatssecretarissen de begroting van hun ministerie tegenover de Kamer. Dit omdat veel plannen uit de begroting nog in wetsvoorstellen moeten worden uitgewerkt en behandeld moeten worden door de Kamer